Piet Kee: legendarisch organist, origineel componist.
Piet Kee geldt als een van de markantste organisten van zijn generatie, wereldwijd bekend om zijn monumentale Bachvertolkingen op historische orgels.
Jeugd en studiejaren
Pieter William (Piet) Kee (Zaandam, 30 augustus 1927 – Haarlem, 25 mei 2018) werd geboren in een muzikale familie. Van zijn vader Cor Kee, zelf organist, componist en geroemd als improvisator op het orgel, kreeg hij zijn eerste muzieklessen.
Voorbestemd voor een loopbaan in de muziek studeerde hij aan het Conservatorium van Amsterdam, waar hij les kreeg van o.a. Anthon van der Horst. Zijn studie werd bekroond met de Prix d’Excellence. Zijn veelzijdige talent maakte hem ook bedreven op andere instrumenten: piano, viool en klarinet.
Organistschappen en loopbaan
Kee’s benoeming op twee van Nederlands belangrijkste orgels vormde een mijlpaal in zijn internationale carrière als uitvoerend kunstenaar: in 1952 werd hij aangesteld als organist van de Grote Sint-Laurenskerk in Alkmaar (Hagerbeer-F.C. Schnitger-orgel en Van Covelen-orgel) en in 1956 tot stadsorganist van Haarlem. Dankzij zijn Alkmaarse organistschap ontwikkelde de stad zich tot een internationaal podium voor de orgelkunst (‘Kaasmarktconcerten’). Hij bekleedde de functie 34 jaar, tot 1986. Als Haarlems stadsorganist, een functie die hij tot 1982 deelde met Albert de Klerk en zelf neerlegde in 1989, was hij de vaste bespeler van zowel het beroemde orgel van de Grote of St.-Bavokerk in deze stad (Chr. Müller, 1738) als het orgel van het Haarlemse Concertgebouw (A. Cavaillé-Coll). Sinds deze benoemingen trad Kee decennia lang overal ter wereld op, met tournees o.a. door de Verenigde Staten (destijds een zeldzaamheid), het Verre Oosten (o.a. Zuid-Korea en Japan) en Australië.
Piet Kee was een van de eerste organisten in Nederland die zich diepgaand toelegde op een historisch verantwoorde uitvoering van het oeuvre van J.S. Bach en diens voorlopers als J.P. Sweelinck, D. Buxtehude en N. Bruhns.
Het romantische (F. Mendelssohn, M. Reger, C. Franck) en het 20e-eeuwse repertoire hadden eveneens zijn belangstelling (P. Hindemith, O. Messiaen).
Naast vertolker van de orgelliteratuur genoot Kee faam als improvisator. Hij toonde daarin zijn affiniteit met het eigentijds idioom. Driemaal achtereen won hij het Internationaal Orgelimprovisatieconcours in Haarlem, destijds de meest prestigieuze wedstrijd op dit terrein in de wereld.
Docentschap
Behalve uitvoerend musicus was Piet Kee ook een gewild docent. In 1954 werd hij benoemd tot hoofdvakdocent orgel aan het Amsterdams Muzieklyceum, later gefuseerd met het Amsterdams Conservatorium. Onder zijn leerlingen bevonden zich organisten als Andrew Davis, Jos van der Kooy, Ewald Kooiman, Jan Jongepier, Jan Raas, Anton Pauw, Masaaki Suzuki en Bas de Vroome, om slechts enkele namen te noemen.
Jaarlijks was hij een van de docenten (o.a. Bach-interpretatie) aan de prestigieuze Haarlemse Zomeracademie (naast o.a. Anton Heiller, Marie-Claire Alain en Franz Haselböck), onderdeel van het internationale Haarlemse orgelfestival, een van de weinige orgelacademies uitsluitend toegankelijk voor professionele organisten.
Onderscheidingen
Naast de eerder genoemde prijzen getuigen diverse onderscheidingen in Nederland en daarbuiten van de internationale erkenning die Kee als musicus genoot. In 1988 werd hij, samen met componist Olivier Messiaen, benoemd tot erelid (Fellowship honoris causa) van het Royal College of Organists in Londen.
Opnames
Het spel van Piet Kee is vastgelegd in talrijke radio, tv-, plaat- en CD-opnames. In de jaren 1989-1996 verscheen bij het Engelse label Chandos een 10-tal CD’s met werken van o.a. J.P. Sweelinck, J.S. Bach, D. Buxtehude, C. Franck, P. Hindemith, opgenomen op historische orgels in Nederland, Denemarken, Duitsland en Spanje.
Jurylid
Piet Kee was regelmatig te gast als jurylid bij vooraanstaande internationale orgelconcoursen (o.a. St Alban, Chartres, Haarlem, Neurenberg, Tokyo)
Publicist
Als muziekonderzoeker maakte Piet Kee naam met enkele artikelen over o.a. getallensymboliek en ostinato-werken (passacaglia’s en ciacona’s) in de barokmuziek, met speciale aandacht voor werken van Bach (Passacaglia c-moll) en Buxtehude (Passacaglia d-moll). Deze verschenen tussen 1983 en 1986 in het Nederlandse vaktijdschrift Het Orgel en werden daarna vertaald en gepubliceerd o.a. in het Duitse muziektijdschrift Musik und Kirche en het Engelse The Diapason.
Componist
Tenslotte heeft Piet Kee zich in de loop van de jaren steeds meer geprofileerd als componist van een opmerkelijk oeuvre. Orgelwerken, al dan niet met andere instrumenten, nemen hierin de voornaamste plaats in, maar Kee schreef ook voor andere bezettingen, zoals voor koor, fluit, rietkwintet, beiaard en de bezetting viool en piano. Het merendeel hiervan werd uitgegeven, o.a. bij het Duitse Bärenreiter Verlag en het Engelse Hinrichsen.